Als je het in Nederland over De ramp hebt, weet iedereen waarover het gaat. In veel gesprekken wordt het als een referentiepunt genoemd. Was dat vóór of na de watersnoodramp?
De ramp had onbeschrijfelijk leed tot gevolg: omgekomen familieleden, vrienden en bekenden, ingestorte woningen, weggespoelde huisraad en persoonlijke en dierbare bezittingen. Maar ook de onnavolgbare inzet van de hulpverleners. Er is sindsdien veel gebeurd: herstel en verbetering van de dijken, het Deltaplan. In de gemeente Moerdijk vinden we ook tastbare herinneringen aan die fatale ramp.
Naderend gevaar
Op zaterdagavond 31 januari 1953 telefoneerde de fortwachter met de commandant van de Koninklijke Marechaussee over de zorgelijke toestand op het Fort Sabina. Hij verbleef met zijn gezin op zijn eenzame post in de uiterste punt van de gelijknamige polder aan het Hellegat. De commandant had hem aangeboden dat ze opgehaald zouden worden wanneer het te gevaarlijk werd.
Het woeste water
Maar toen dat nodig was, was er geen telefonisch verkeer meer mogelijk. Het gezin van de fortwachter verdronk, behalve één van zijn dochters, die dat weekend niet thuis was. Bij de dijkdoorbraak nabij Klundert verdronken alle negen leden van één familie. Hun boerderij verdween volledig in de golven.
Dijken bezwijken
Nadat de buitendijken doorgebroken waren, bezweken ook een aantal dijken in de polders rond Fijnaart en Heijningen en omliggende gemeenten. Het woeste water stortte zich met geweld tegen de dijkhuizen en schuren. In korte tijd verdronken ruim zestig inwoners uit Heijningen. Uiteindelijk bleek dat hier vijfenzeventig inwoners waren omgekomen. Dit is ongeveer tien procent van de toenmalige bevolking van het uitgestrekte dorp. Ook het vee had het zwaar te verduren. Meer dan 4700 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee vielen ten prooi aan het water.
De stormvloed.
Vader ging deuren en luiken sluiten
er was een hevige storm voorspeld
De wind gierde al om het huis daarbuiten
men ging laat naar bed, bang voor het geweld.
De buitendijk was kapot geslagen
een muur van water kwam de polder in
alles verdronk, grote mensen en kleine blagen
bij velen trof het een heel gezin.
Chiem de Vos 2012.
Dappere hulp
Meer dan 15.000 Nederlandse militairen hebben hulp geboden in het rampgebied (3). In totaal verloren acht van hen het leven, van wie vier in de gemeente Moerdijk. Zeeuws-Vlaanderen kreeg onmiddellijk hulp van het Belgische leger.
Hulp van buitenaf
Een Amerikaanse compagnie kwam met amfibievoertuigen en Franse militairen werden belast met het versterken van dijken in het oosten van de toenmalige gemeente Zevenbergen. Per trein kwamen 153 Italiaanse brandweermannen met 18 wagons geladen met benodigd materieel. Zij keerden 10 maart 1953 terug naar hun land.
Stoffelijke overschotten en stroomgaten
De militairen werden ook ingezet bij het bergen van de stoffelijke overschotten en het ruimen van de kadavers om besmetting te voorkomen. In minder dan twee maanden werden de stroomgaten in de dijken gedicht en werd er begonnen aan de drooglegging van de polders.
De evacuatie
Zoals gemeld werden er honderden militairen ingezet. Zij probeerden met hun vaartuigen mensen te redden die op zolders zaten of naar hun daken waren gevlucht. Hoewel het dorp Fijnaart vrijwel droog gebleven was, werd besloten dat alle bewoners en de slachtoffers uit de polders geëvacueerd moesten worden. Het Rode Kruis en de Koninklijke Landmacht zorgden voor de afvoer van drie- tot vierduizend mensen. Met legervoertuigen, een aantal autobussen en met eigen vervoer gingen ze richting Oudenbosch, Roosendaal en nog verder naar het zuiden. Fijnaart werd een verlaten dorp.
Families uit elkaar gerukt
Ook veel inwoners van omliggende dorpen kwamen in aanmerking om geëvacueerd te worden. Sommigen gingen op eigen gelegenheid naar familie in Brabant. Het kon niet anders of hele families werden uit elkaar gerukt. Uit registratie blijkt dat er in Roosendaal bijna 5200 evacués zijn opgevangen. Alleen uit Fijnaart al meer dan 1800.
Maanden wachten
Niet alle vluchtelingen konden snel naar huis. Sommigen moesten daar nog maanden geduld voor hebben. En als zij terugkeerden, wachtte hen nog meer ellende. Veelal was het huisraad geplunderd of grotendeels verwoest door de water- en modderstroom.
Compleet ontheemd was men geworden
soms gescheiden, werd men elders ondergebracht
Weinigen die daar echter over morden
wij leven gelukkig nog, werd er gedacht.
De polder is droog en er wordt hard gewerkt
waar ooit werd geoogst, staan nu houten huizen.
Van ver had men leed en rampspoed opgemerkt
gul werd er gegeven, het opende vele kluizen.
Chiem de Vos 2012.
‘Geschenkwoningen’
Bijna 5000 woningen in het rampgebied gingen verloren. Veel landen schoten Nederland te hulp. Rode Kruisorganisaties in de Scandinavische landen en de regering van die landen leverden zogenaamde prefab woningen. Voormalige gemeenten in de huidige gemeente Moerdijk werden bedeeld met veertig Noorse (4) en eenentwintig Zweedse woningen. Typerend voor deze woningen was dat ze volledig van hout gemaakt werden. Met de bouw van de huizen en andere faciliteiten kon pas eind 1953 begonnen worden, omdat het wachten was op enige infrastructuur. Vóór de voltooiing ervan kwam er al een delegatie van het Noorse en Zweedse Rode Kruis om de in aanbouw zijnde woningen te bezoeken. Straatnamen en pleinen kregen plaatsnamen en namen van de Scandinavische koningshuizen.
De Zwitserse liefdadigheidsstichting “Pestalozzi Weltstiftung” uit Zürich schonk de Heijningse gemeenschap een dorpshuis. In juli 1954 bracht koningin Juliana een bezoek aan het Pestalozzihuis. Drieëntwintig jaar later werd duidelijk dat dit gebouw dringend aan vervanging toe was. In 1979 werd het nieuwe gemeenschapshuis aan de Hoge Heijningsedijk 4a opgeleverd (5).
De huizen waren oorspronkelijk in het bezit van een stichting, gemeente of een woningbouwvereniging. Nu zijn ze veelal in particuliere handen. De bewoners en eigenaren ervaren hun woning niet als een ‘geschenk’, want bij het verkrijgen ervan betaalden ze er een fikse prijs voor. Er zijn nauwelijks nog woningen te vinden die nog honderd procent authentiek zijn, want woningbouwverenigingen namen in 1985 het initiatief om de houten woningen van een stenen buitenmuur te voorzien. Gelukkig vinden we in Heijningen nog een aantal gave exemplaren.
De ‘Stichting Behoud Watersnoodwoningen Fijnaart & Heijningen’ heeft één van de Zweedse woningen (Veluwestraat 2) gerestaureerd en ingericht als heemhuis om de herinnering aan de watersnoodramp tastbaar te houden (6).
Monumenten en gedenktekens
• In de gemeente Moerdijk vinden we een aantal gedenktekens en monumenten die ons nog herinneren aan de grote ramp van 1953.
• Tegen een pand aan de Benedenkade 4, binnen de vesting Willemstad, zijn vloedstenen aangebracht. Zij herinneren aan de watersnoden vanaf 1775. Op de bovenste steen zien we de stand van het water op 1 februari 1953 (7).
• In de Buitendijk-West vinden we tussen Noordschans en Tonnekreek een uitwas van de dijk. De doorlopende weg loopt naar beneden en gelijk weer omhoog naar dijkhoogte. Hier kunnen we nog “voelen” hoe immens groot het gat in de buitendijk moet zijn geweest.
• Op de begraafplaats in Klundert vinden we het graf van de negen leden uit één familie die omkwamen. En ook in Klundert een gedenksteen op de gevel van een huis aan de Schansweg 73 met de namen van drie omgekomen militairen.
• Precies twee jaar na de ramp werd aan de Hoge Heijningsedijk in Heijningen een 1700 kilogram wegend monument onthuld. De opdracht om dit te maken werd gegund aan de beeldhouwer Henk Etiënne uit Delft. Hij is minder bekend omdat zijn werkstukken hoofdzakelijk in particuliere handen zijn. Op 1 februari 2003 werd een zwart gepolijste granieten plaat onthuld bij dit watersnoodmonument. Op het tableau staan de namen van alle 103 slachtoffers uit heel de gemeente Moerdijk (8).
• Op de NH begraafplaats in Fijnaart zijn twee natuurstenen muren geplaatst met daarop de namen van 49 slachtoffers, die daar begraven liggen. Aan de Rooms-Katholieke kerk is een hardstenen gedenkplaat aangebracht met de namen van tweeëntwintig personen die tijdens de ramp het leven lieten. Verder meldt deze gedenksteen dat de “Mariaklok voortaan zal luiden”. En elke dag gebeurt dat, nadat de grote klok twaalf uur heeft geslagen (9).
• Van recente datum is een nieuw monument op de Protestantse begraafplaats aan de Julianastraat in het dorp Moerdijk. Deze is in 2011 opgericht ter herinnering aan de overledenen, die door de stormvloed van hun laatste rustplaats werden verdreven.
Herdenken.
Er veranderde veel na de watersnood
het Deltaplan werd snel ter hand genomen.
Velen verdienden toen daar hun brood
want een ramp mag er nooit meer komen.
Nu rest ons nog te herdenken
allen die verdronken in het water.
Wij moeten er aandacht aan blijven schenken
want water blijft komen, ook later!
Chiem de Vos 2012
Heijnings Volkslied
Tekst: Chiem de Vos | Muziek: Aan het strand stil en verlaten
In de polder wijd verscholen,
Waar de dijken samen gaan,
Ziet men daar het grote standbeeld,
Van de watersnood daar staan,
Mensen staan daar wat te praten,
Over vroeger lang gelee,
Want toen was er nog geen polder,
Maar een grote wijde zee,
En zij spraken van de broeders,
Die gekomen zijn van ver,
Want de zee, die moest verdwijnen,
Nieuwe polders kwamen er.
Door de jaren is de polder,
’t Laatste stukje droog gelegd,
En het volk dat is gekomen,
Heeft tarwe ingeslegd.
Onze polder is gaan groeien,
Tot een groot en wijd gebied.
In de diep gegraven sloten,
Wuifde in de wind het riet.
Terwijl zij daar, zo diep gebogen,
Zware arbeid moeten doen,
Zijn zij toch ons polder volkje,
Zijn zij toch zo fier en koen.
In de polder wijd verscholen,
Ziet men nieuwe huizen staan,
Langs de oever van de Dintel,
Zijn de bossen heen gegaan.
Van die grote snelle wegen,
Kruisen nu ons vlakke land,
Paard en wagen zijn verdwenen,
Is er nog die sterke band?
Die wij hebben met de polder,
Dat is toch al lang bekend,
En de jaren zijn verstreken,
Eeuwen zijn er doorgerend.
Bronnen:
– M. v. Hamelsveld e.a., De monumenten van de Watersnood 1953. Watersnoodmuseum Ouwerkerk, 2010.
– J. v. Doorn e.a.,Watersnoodmonument Heijningen. Stichting Herdenking Watersnoodramp 1953 Gemeente Moerdijk, 2009
– F. Sneep, Een Herinnering: Watersnoodramp 1953 Fijnaart en Heijningen. Heemkundige Kring Fijnaart en Heijningen, 2008
– J. Schoof en H. Erbrink, Geschenkwoningen, Toen en Nu. Watersnoodmuseum Ouwerkerk, 2007.
– J. v. Doorn e.a.,Watersnoodramp 1953. Stichting Herdenking Watersnoodramp 1953 Gemeente Moerdijk, 2003
– E. Altenburg e.a., ‘Brabant onder water’. Cosmiczebra bv Eindhoven, 2003
– G.P. van de Ven e.a., Doorbraak in West-Brabant. Hoogheemraadschap van West- Brabant, 2001
– Dagblad BN/deStem en weekblad Moerdijkse Bode
Bronnen illustraties:
– Bovenin en 7. Beeldbank Rijkswaterstaat
– 1., 3. en 5. Regionaal Archief West-Brabant
– 2. Heemkundige Kring ‘Fijnaart en Heijningen’
– 4. en 10. Stichting Heemkunde Moerdijk
– 6., 8. en 9. Bea Hoeks- de Laat