41. Volkeraksluizen

Het Deltaplan, versneld uitgevoerd na de Watersnoodramp, voorzag in de aanleg van de Volkeraksluizen. Het doel was niet alleen om het achterland te beschermen, maar ook om de getijdenstroom weg te nemen, onder andere ten behoeve van de internationale scheepvaart. De bouw van de Volkerakdam, de Haringvlietsluizen en de verderop gelegen Philipsdam en Oesterdam maken van het Volkerak een zoet, getijdenloos water…
VorigeVolgende

Al vóór de watersnoodramp van 1 februari 1953 (venster 39) bestonden er plannen om de zeegaten in het zuidwesten van Nederland af te sluiten om zo het achterland tegen overstromingen te beschermen. De watersnoodramp was aanleiding tot het versneld uitvoeren van dit zogenaamde Deltaplan. Voor het grondgebied van de gemeente Moerdijk was met name de afsluiting van het Haringvliet van belang (1).

Deltaplan

Om de zeegaten te kunnen afsluiten, moesten eerst de stroomsnelheden beperkt worden door het aanleggen van secundaire dammen. De Volkerakdam tussen West-Brabant en Goeree-Overflakkee was zo’n dam, bedoeld om een scheiding aan te brengen tussen de eb- en vloedstromen via het Oosterscheldebekken enerzijds, en die van het Haringvliet anderzijds.  Nu passeerden via de Schelde-Rijnverbinding tussen Rotterdam en Antwerpen jaarlijks ongeveer 100.000 schepen het Volkerak, en voor dit kon worden afgesloten, moesten hier dus schutsluizen gebouwd worden. Besloten werd de Volkerakdam in het Hellegat aan te leggen. Vanaf een centraal punt, het latere Hellegatsplein, zou een dam komen over de Ventjagersplaten naar Overflakkee, een brug naar de Hoekse Waard, en een dam met sluizencomplex naar Brabant bij Willemstad (2).

Volkeraksluizen

In 1957 begonnen de werkzaamheden aan de sluizen met het aanleggen van een werkhaven bij Willemstad. Het jaar daarop ging de aanleg van de dam van Overflakkee naar het Hellegatsplein van start, en drie jaar later begon men in het verlengde hiervan met de bouw van de Haringvlietbrug naar de Hoekse Waard. Deze kon medio 1964 in gebruik worden genomen.
In de gorzen bij Willemstad werd een bouwput gegraven, waarin twee sluizen van 320 meter lang en 24 meter breed met een drempel op 6,25 meter onder NAP werden gebouwd. De voorhavens werden aangelegd en de brug over de sluizen gebouwd met een beweegbaar gedeelte over de oostelijke sluis. Er kwam een centraal bedieningsgebouw op het sluiseiland tussen beide sluizen. Op 3 november 1967 werden de sluizen in gebruik genomen: het drukste en grootste binnenvaartsluizencomplex van Europa.

Afsluiting Hellegat

Nu de Volkeraksluizen in bedrijf waren, kon worden begonnen met het afsluiten van het laatste stroomgat tussen de sluizen en het Hellegatsplein.  Besloten was om dit te doen met caissons: betonnen bakken van 45 meter lang, 15 meter breed en 20 meter hoog. Daartoe werd direct ten westen van de sluizen een bouwdok gegraven waarin de benodigde 13 caissons (waarvan 1 reserve) werden gebouwd. De drempel in het Hellegat, waarop deze geplaatst moesten worden, werd aangelegd. Op vrijdag 25 april 1969 werd de laatste caisson tijdens de hoogwaterkentering ingevaren en afgezonken. Hiermee waren Brabant, Overflakkee en de Hoekse Waard (via de Haringvlietbrug) met elkaar verbonden. Op 17 augustus 1970 werd de Volkerakdam voor het verkeer opengesteld.

Afsluiting Haringvliet

Nu de Volkerakdam gereed was, kon het Haringvliet worden afgesloten. Dit kon geen geheel dichte afsluiting worden. Hier was gekozen voor een complex van 17 spuisluizen die bij eb geopend zouden worden om het rivierwater van Rijn en Maas naar zee af te voeren. Deze sluizen werden gebouwd in een grote bouwput in de monding van het  Haringvliet ter hoogte van Stellendam. Toen deze gereed waren, werd de bouwput onder water gezet, en de dijk weggebaggerd. Met behulp van een kabelbaan werden de stroomgaten aan beide zijden tussen de vaste wal en de sluizen gedicht. In 1970 was de afsluiting van het Haringvliet een feit.

Uitbreiding

Al bij de ingebruikname van de Volkeraksluizen bleek de capaciteit onvoldoende voor het boven verwachting groeiende scheepsaanbod. Tussen 1973 en 1977 werd daarom een derde schutsluis gebouwd in het bouwdok van de caissons naast de beide bestaande sluizen. Aanvankelijk werd de pleziervaart met de beroepsvaart meegeschut, wat nogal eens gevaarlijke situaties voor de jachten opleverde. Bovendien moest ’s zomers de basculebrug vaak geopend worden om de zeiljachten met hoge masten door te laten. Mede gezien de sterke groei van de recreatievaart werd besloten een aparte jachtensluis te bouwen. Er waren al inlaatsluizen gepland om het toekomstige Zeeuwse Meer ten zuiden van de Volkeraksluizen van zoet water te voorzien. Voor deze  inlaatsluizen samen met de jachtensluis werd  een grote bouwput gegraven (3). Hierin werden de komende jaren de jachtensluis en de inlaatsluizen met vier doorstroomopeningen van elk 30 meter breed gebouwd. Op 25 juni 1977 werd de jachtensluis officieel geopend door prinses Margriet.

Volkerak getijdenvrij

Na de afsluiting van het Haringvliet in 1970 was op het Hollands Diep het verschil tussen eb en vloed van ongeveer 2 meter goeddeels verdwenen. In 1976 besloot de regering de Oosterschelde niet met een dichte dam geheel af te sluiten, maar met een zgn. stormvloedkering, waarbij eb en vloed in het bekken gehandhaafd bleven. De Oosterschelde was toen al voor een groot deel afgesloten met kunstmatige eilanden. In de overgebleven stroomgaten werden nu pijlers met daartussen schuifdeuren geplaatst, die bij verwachte extreem hoge waterstanden gesloten konden worden. Omdat in het verdrag met België was afgesproken dat de Rijn-Scheldeverbinding getijdenvrij zou zijn, moesten er door deze gewijzigde plannen twee zgn. compartimenteringsdammen gebouwd worden: de Oesterdam tussen Zuid-Beveland en Tholen, en de Philipsdam tussen Sint-Philipsland en Overflakkee. Toen deze begin 1987 gereed waren, was het Volkerak getijdenvrij (5).

Haringvlietsluizen op een kier

De bij vloed gesloten Haringvlietsluizen vormen een onoverkomelijke hindernis voor trekvissen als zalm en zeeforel op weg naar hun paaigebieden stroomopwaarts in Rijn en Maas. Nederland heeft zich in Europese verdragen verplicht hiervoor voorzieningen te treffen. Juni 2011 werd besloten de Haringvlietsluizen ook bij vloed op een kier te zetten. De sluizen worden zo beheerd dat het zoute water niet verder zal komen dan tot een lijn van Middelharnis naar het Spui.

Bronnen:
– ‘Twintig jaar werken in ’t Volkerak 1957-1977’; uitgave van Rijkswaterstaat.

– Jan van Horne: ‘De Volkeraksluizen’; uitgave Heemkundekring “De Willemstad”

Bronnen illustraties:
– Bovenin Google Maps
– 1. www.deltawerken.com en www.sabinevanbuuren.nl
– 2. en 4. Vierkleurenlitho’s: Max Hoenke, Breda/ Zwartwit litho’s: Den Boer Middelburg-Drukkers. Uit “Twintig jaar werken in het Volkerak 1957-1977”; uitgave van Rijkswaterstaat.
– 3. Luchtfoto: Bart Hofmeester. Uit  “Twintig jaar werken in het Volkerak 1957-1977”; uitgave van Rijkswaterstaat.
– 5. www.scheldeschorren.be Bewerking Sijarina van der Mast

1. Deltaplan.
2. Situatie voor de aanvang, en na voltooiing van de werken in het Volkerak.
3. Bouw derde sluiskolk, met op de achtergrond bouwput voor inlaatsluizen en jachtensluis.
4. Dwarsdoorsnede gehele sluizencomplex.
5. Schelde-Rijnkanaal.
VorigeVolgende
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram