24. Religie

In de 19e eeuw bloeit het katholicisme weer op in onze regio; kerken worden gebouwd, kloosters gesticht. Terwijl Klundert en Willemstad in deze tijd juist afstand namen van de Synodale, de leiding van de Hervormde Kerk. Katholieken en protestanten leefden gescheiden met aparte scholen, sportverenigingen en kranten. In de 2e helft van de 20e eeuw neemt het kerkbezoek en de religieuze invloed op de samenleving af…
VorigeVolgende

In de negentiende en twintigste eeuw veranderde er veel in de beleving van het geloof. Het was de tijd van opleving van het katholieke geloof, de doleantie, de aanleg van een joodse begraafplaats in Klundert, de verzuiling en uiteindelijk de ontkerkelijking.

Als paddenstoelen uit de grond

Hoewel de katholieke godsdienst vanaf de zestiende eeuw verboden was, verdween hij in de Moerdijkse stadjes en dorpjes nooit helemaal. In 1848 werd in de nieuwe grondwet Geloof en Staat officieel van elkaar gescheiden en de vrijheid van godsdienst wettelijk vastgelegd. Een paar jaar later werden in Nederland bisdommen heropgericht. Het katholieke leven bloeide op en veel parochies wilden een nieuwe, grotere kerk. In Fijnaart werd in 1844 een kerk gebouwd, in Moerdijk in 1861, in Zevenbergen in 1836 en ook de overwegend protestantse stadjes Willemstad (1874) en Klundert (1890) kregen een nieuwe katholieke kerk (1).

Broeders en zusters

Naast de bouw van nieuwe kerkgebouwen werden ook veel kloosters gesticht. Bijna ieder dorp of stadje had aan het einde van de negentiende eeuw een klooster. In Slikgat, het huidige Langeweg, werd in 1874 op verzoek van de inwoners door de kapucijnen een klooster gesticht. In 1876 werd de kerk ingewijd en betrokken de paters het klooster. In het begin werd er Latijnse les gegeven aan twee leerlingen, maar al in 1887 werd het Serafijns seminarie, dit is een opleidingsschool voor katholieke priesters, geopend. Het gebouw is in 1944 vrijwel helemaal verwoest, waardoor er maar een paar kapucijnen konden blijven wonen. De priesteropleiding werd daarom verplaatst naar Oosterhout. Na de oorlog werden een nieuwe kerk en pastorie gebouwd. Tot 1994 werkten kapucijnen hier als pastoor.

In 1886 werd ook in Moerdijk een klooster gesticht. Hier woonden vrouwelijke religieuzen die een naaischool en kleuterschool begonnen. In 1908 kwamen daar een kweekschool en huishoudschool met internaat bij. Dit klooster werd in 1944 compleet verwoest. Na de oorlog werden op het terrein van het klooster een parochiekerk en een lagere school gebouwd. De zusters bouwden een nieuw kloostertje aan de Steenweg. De zusters werkten, totdat het klooster in 1976 werd opgeheven, in de wijkverpleging en op de kleuterschool en de lagere school (2 en 3).

Ook in Standdaarbuiten, Zevenbergschen Hoek, Fijnaart en zelfs in het protestantse Klundert werden kloosters gesticht, waar kinderen katholiek onderwijs konden volgen of waarvan de zusters de oude en zieke inwoners van de dorpen en stadjes verzorgden.

De doleantie

Terwijl het katholieke geloof bloeide en zich steeds verder verspreidde, ontstond rond 1880 binnen de Hervormde Kerk ontevredenheid over de manier waarop de kerk werd geleid. Het protest tegen de vrijzinnigheid in de Nederlandse Hervormde Kerk kwam het eerst tot uiting in de zogenaamde ‘Afscheiding’ van het jaar 1834 e.v., die in heel Nederland plaatsvond. In onze regio waren er gemeenten van de Afgescheidenen in Willemstad (1836), waar ook inwoners van Fijnaart toe behoorden, Klundert (1835) en Zevenbergen (1836). Het vrijgemaakt Gereformeerde kerkje aan de Noordhaven in Zevenbergen stamt uit die tijd.

Op 14 januari 1887 leidde dit in Klundert tot een kerkenraadsvergadering waarin werd voorgesteld afstand te nemen van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, die vanaf 1816 de leiding had binnen de Hervormde Kerk in Nederland. De gemeenteleden kregen vijf dagen de tijd om bezwaar tegen dit voorstel in te dienen.

Maar het Classicaal Bestuur van Breda kwam dit te weten en om te voorkomen dat de gemeenschap in Klundert zich van de Nederlandse Hervormde Kerk af zou keren, schorsten zij de Klundertse predikant A. van Veelo, drie ouderlingen en drie diakens. De inwoners van Klundert waren het hier niet mee eens en het voorstel om afstand te nemen van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk werd versneld ingevoerd. Dit besluit werd op 17 januari per post aan koning Willem III en de burgemeester van Klundert meegedeeld. De Klundertse gemeenschap besloot dat de Gereformeerden het kerkgebouw mochten blijven gebruiken (4).

Ook in Willemstad wilde eind 1880 een groep zich afkeren van de Hervormde Kerk. In tegenstelling tot Klundert probeerde de gemeenschap in Willemstad het via de officiële weg. Ze dienden een paar keer een verzoek in bij de Raad der Nederlandsche Hervormde Gemeenten  om de band met de Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk te verbreken en terug te keren naar de kerk zoals die was net na de reformatie in de zestiende eeuw. Deze verzoeken werden niet ingewilligd en daardoor waren zij gedwongen zelfstandig de knoop door te hakken. Op 26 september 1889 werd tijdens een vergadering de reformatie in Willemstad doorgevoerd. Niet alle gemeenteleden gingen mee, waardoor de nieuwe kerkgemeenschap een ander kerkgebouw moest zoeken. Ze kerkten de eerste tijd in een schuur, totdat op 10 december 1890 de nieuwe gereformeerde kerk in gebruik kon worden genomen.

Ook in Fijnaart (1889) en Moerdijk (1890) ontstonden gereformeerde kerken naast de hervormde. De Afgescheiden kerk in Zevenbergen sloot zich in 1892 bij de Dolerenden, de afgescheidenen, aan. Dat gebeurde ook in Klundert. De Afgescheiden gemeente in Willemstad bestond in 1892 niet meer. Men kwam vanuit Willemstad en Fijnaart naar Klundert.

Eeuwige rust

Behalve katholieken en protestanten woonden er ook Joodse gezinnen in deze streek. Joseph Liechtenstein, een Joodse slager in Klundert, kocht in 1871 een stuk grond van de gemeente voor een Joodse begraafplaats. In datzelfde jaar probeerde ook Jacob Jacob, een koopman en winkelier in Zevenbergen, een stuk grond te kopen. De gemeenteraad van Zevenbergen stond een stukje grond op de algemene begraafplaats af. Maar de Joodse gemeenschap in Zevenbergen kon dit stuk niet aannemen, omdat zij op deze begraafplaats niet verzekerd zou zijn van eeuwige grafrust. Daarom werden ook de Joden uit Zevenbergen begraven op de Joodse begraafplaats in Klundert. Rond 1890 werd duidelijk dat de Joodse gemeenschap in Klundert en omgeving steeds kleiner werd. Manus van Straten was in november 1940 de laatste die op de Joodse begraafplaats werd begraven (5).

Verzuiling en ontkerkelijking

Hoewel de katholieken en protestanten met elkaar in één dorp of stadje woonden, leefden zij een gescheiden leven. Er waren aparte scholen, sportverenigingen en kranten. Na de Tweede Wereldoorlog werd de scheiding steeds kleiner. Dit werd nog eens versterkt toen in de jaren 60 de regering zich met het onderwijs en de zorg ging bemoeien. Steeds meer niet-religieuzen gingen vanaf dat moment in die beroepen werken. Dit had tot gevolg dat de kloosters overbodig werden. Doordat de zorgfunctie steeds meer door niet-religieuzen werd overgenomen, stopten de zusters in 1974 met dit werk.

Ook in Standdaarbuiten, Zevenbergschen Hoek, Fijnaart en Klundert werden de kloosters met hun scholen tussen 1962 en 1983 opgeheven. Het kerkbezoek nam fors af waardoor veel kerkgenootschappen te weinig geld hadden om hun gebouw te onderhouden. De katholieke parochies losten dit op door in clusters te gaan werken en gebouwen en pastores met elkaar te “delen”. En vanaf 2012 is er ’s zondags niet meer in elk dorp of stadje een mis, maar slechts één mis per cluster (6).

Bronnen:
– A van Veelo, ‘Het begin van de reformatie der gereformeerde kerk te Klundert’, J. Vissers, 1887
– Herdenking Reformatie van 1889 der gereformeerde kerk van Willemstad op dinsdag 26 september 1939
– J. Bader, ‘Verborgen in Brabantse bodem. Joodse begraafplaatsen in Noord-Brabant’, Stichting Zuidelijk Historisch Contact Tilburg, Tilburg, 2002
– Jan Smits, ‘Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant’, Uitgeverij Veerhuis, 2010

Bronnen illustraties:
– Bovenin, 1. en 6. Regionaal Archief West-Brabant
– 2. Stichting Heemkunde Moerdijk
– 3., 4. en 5. Bea Hoeks- de Laat

1. De oude R.K. kerk in Fijnaart, rechts de pastorie met als bouwjaar 1846.
2. Pensionaat Sacré Coeur in Moerdijk.
3. Het 'nieuwe klooster' aan de Steenweg, nu gebruikt als woonhuis.
4. Kerk van de Hervormde Gemeente Klundert.
5. De Joodse begraafplaats aan de Blauwe Hoefsweg in Klundert.
6. Drumband van het Katholiek Meisjesgilde in Standdaarbuiten 1971.
7. De wijding van de nieuwe R.K. Kerk in Fijnaart in september 1953
VorigeVolgende
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram