De Frans-Bataafse tijd duurde van 1795 tot 1813 en kan ingedeeld worden in vier perioden: De Bataafse Republiek, Bataafs Gemenebest, het Koninkrijk Holland en vanaf 1810 tot 1813 de Inlijving. Voor het noordwesten van Brabant zorgde de komst van de Fransen in eerste instantie voor veel hectiek, maar geleidelijk aan werd het rustiger. Willemstad vormde een belangrijke vesting, maar tot 1810 was er maar een gering garnizoen aanwezig. Wel werden er regelmatig voor korte perioden Franse en Bataafse soldaten gelegerd die op doortocht waren. Dat betekent niet dat er in de Franse tijd niets te beleven was in onze streken.
Hoog bezoek
Zo kreeg Moerdijk een aantal keer hoog bezoek. Lodewijk Napoleon, de jongere broer van de keizer Napoleon Bonaparte en koning van Holland van 1806 tot 1810, regeerde niet vanachter zijn bureau in Den Haag maar ging op tournee om echt in contact met de bevolking te komen. Hij maakte in 1809 een kennismakingsreis door Brabant en deed daarbij ook ons deel van de provincie aan. Dit vergde heel wat voorbereiding voor de dorpen, want zij wilden natuurlijk een goede indruk maken op hun vorst.
‘Konijn van Olland’
Lodewijk bleek een betrokken koning met oog voor de problemen van zijn volk. Hij probeerde zich zo goed en zo kwaad als het kon het Nederlands aan te leren. De verhalen gaan dat hij zich tijdens een toespraak in Amsterdam onsterfelijk had gemaakt met de uitspraak ‘Iek ben konijn van Olland’ (Ik ben koning van Holland), waarbij zijn Franse accent zijn Nederlands nog wat in de weg zat. Maar hij probéérde zich tenminste zoveel mogelijk aan te passen aan de Nederlanders en weigerde het Frans als hoofdtaal in te voeren. Hij vond het belangrijk dat de Nederlandse identiteit bewaard bleef.
Kundig bemiddelaar
In 1808 verklaarde Lodewijk Napoleon alle religies gelijk en trad in overleg met deputaties van katholieken en protestanten in de verschillende dorpen. Per dorp stelde hij ongeveer negenduizend gulden beschikbaar aan de protestanten om een kleine kerk voor henzelf te bouwen zodat zij afstand konden doen van de oorspronkelijke katholieke kerk, waar zij hun diensten hielden.
Deze kerkjes werden Lodewijk kerkjes genoemd; tussen 1806 en 1813 werden er meer dan twintig van gebouwd. Eén van die kerkjes staat in Standdaarbuiten.
Dure logee en bliksembezoeken
Tijdens zijn bezoek aan Zevenbergen zou Lodewijk Napoleon de nacht doorbrengen in het herenhuis van de heer Anemaat aan de Molenstraat. Heel het dorp was in rep en roer, alles moest versierd en verlicht worden en de bedden moesten prachtig opgemaakt worden. Het kostte Zevenbergen een hoop geld en uiteindelijk bleef de koning niet eens slapen! Hij bracht namelijk, tot grote teleurstelling van de Zevenbergenaren, de nacht door in Willemstad. Ook Klundert moest genoegen nemen met een bliksembezoek.
Wijn in Willemstad
In Willemstad werd de koning volgens traditie voor de stadspoort opgewacht. De bevolking kreeg vooraf instructies hoe zich te gedragen. Honden mochten de straat niet op en men moest de koning vol enthousiasme ontvangen. Tijdens de gesprekken met de koning kwamen de slechte staat van de kazerne, het vervallen zeehoofd en de staatsfinanciën aan de orde. Het schijnt dat tijdens de maaltijd de wijn rijkelijk vloeide. Lodewijk bracht de nacht door in het huis van stadssecretaris Pieter Oldenborgh, naast het stadhuis. Helaas bestaat dit huis niet meer.
De gulle koning
We kunnen dus stellen dat onze gemeente een hoop schulden heeft overgehouden aan het bezoek van Lodewijk Napoleon. Schulden die pas later ingelost konden worden. Maar in ruil daarvoor kregen de inwoners een luisterend oor. Het was heel bijzonder dat een koning contact zocht met het volk en luisterde naar de problemen van het dorp en steun vormde voor de armen.
Forten in Willemstad
Grote broer Napoleon Bonaparte was een stuk minder tevreden met het beleid van zijn broertje. Hij vond Lodewijk veel te loyaal en zette hem af. Gevolg was dat Nederland ingelijfd werd en nu in feite een Franse provincie was. Voor ons gebied betekende de inlijving dat er in 1810 Franse troepen, marechaussees en douaniers in Willemstad gestationeerd werden. De Franse troepen werden afgelost door een vreemdelingenleger. Spaanse krijgsgevangenen werden tewerk gesteld bij de bouw van de forten De Ruijter en De Hel.
Koning, keizer…
Op 4 oktober 1811 bezocht keizer Napoleon, klein van stuk maar groot in macht, zelf Willemstad. Een paar deuren verder dan waar zijn broer twee jaar eerder was (Voorstraat 1-3), nuttigde hij de maaltijd op Voorstraat 9-11. Het was zijn tweede bezoek aan Brabant, want in 1810 was hij er ook al eens geweest.
Merci, Franse tijd
Onze gemeente heeft een aantal dingen overgehouden aan de Franse tijd. Denk aan de kerkjes voor de hervormden gebouwd in opdracht van Lodewijk. Maar ook de forten De Ruijter (nu Sabina) en De Hel. Dat het Brabants dialect bewaard is gebleven hebben we misschien wel een beetje te danken aan Lodewijk Napoleon. Hij weigerde het Frans als voertaal te gebruiken. Toch zijn er wat Franse woorden ingeslopen. Denk aan ‘meepesaant’, wat afkomt van het Franse ‘en passant’ wat ‘ondertussen’ of ‘in het voorbijgaan’ betekent.
Bronnen:
– Hans van den Eeden: ‘Leve de koning! Lodewijk Napoleon op reis door Brabant en Zeeland’. Heusden, 2009
Bronnen illustraties:
– 1. Hans van den Eeden: ‘Leve de koning! Lodewijk Napoleon op reis door Brabant en Zeeland’. Heusden, 2009
– 2. Bewerking kaartje: Sijarina van der Mast
– 3. Bea Hoeks- de Laat
– 4., 5. en 6. Regionaal Archief West-Brabant