Het Heilig Sacrament van Niervaert, ook wel de Heilige Miraculeuze Hostie genoemd, verwijst naar een middeleeuws hostiewonder. In het begin van de 14e eeuw vond turfsteker Jan Bautoen in Niervaert, bij het huidige Klundert, in de grond een Hostie. Hevig geschrokken riep hij twee vrouwen die in de buurt aan het werk waren. Toen Jan de Hostie op wilde rapen, begon deze overvloedig te bloeden. Geschokt liet hij de Hostie vallen, die precies viel op dezelfde plaats waar ze gevonden was.
Daarop haastte een van de vrouwen zich naar de pastoor van Niervaert. De zielenherder twijfelde geen moment aan het woord van de vrouw en ging met haar mee naar de plaats van het gebeurde. Een menigte parochianen volgde hem. De hostie werd in plechtige processie naar de kerk overgebracht. Vanaf dat moment stroomden gelovigen van heinde en verre naar het dorp om de wonderbare hostie te vereren. Talrijke bijzondere gebedsverhoringen moeten in die tijd hebben plaatsgevonden (1).
Op die Nieuvaert in tijden voerleden
Plachmen groote moerneringe te doene
Tot welcker perochien in eender steede
Een goet man woende van moerwerck coene
De daer genaemt was Jan Bautoene
Onderzoek door het Bisdom Luik
Niervaert ressorteerde in de late middeleeuwen onder het toen uitgestrekte bisdom Luik. Toen de bisschop van de wonderbare hostie hoorde, beval hij een nauwkeurig onderzoek in te stellen. Hij stuurde daartoe zijn rechtsgeleerde Macharius, een scepticus, naar Niervaert. Macharius geloofde van meet af aan niet in de echtheid van het wonder. Ondanks de gelijkluidende verklaring van de drie getuigen en de getuigenis van pelgrims die op wonderbare wijze genezen waren bleef hij volharden in zijn vooroordelen.
De rechtsgeleerde meende de echtheid van het wonder met een steekproef te moeten onderzoeken. Viermaal achtereen stak hij met een priem op de hostie in, die telkens weerstand bood alsof ze van marmer was. Toen Macharius echter voor de vijfde maal stak, begon de hostie op de vijf plaatsen waar ze geraakt was te bloeden. Zonder nog één woord uit te brengen verliet Macharius Niervaert, eindelijk ten volle overtuigd van de echtheid van het wonder (2).
Daert Macharius dus proefde ende vijfmael stack
Quam hen den alder meesten gruwel an
Hi waert verwoet Tsacrament dat lack
Niet dan enckel bloet dat wt den wonden ran
Soet gesien was bij menigen diuerschen man
De overbrenging naar Breda
Toen in het begin van de vijftiende eeuw vele overstromingen plaats hadden, waarvan de Sint-Elisabethsvloed van 1421 de bekendste werd, dreigde ook de ondergang van Niervaert. Om te voorkomen dat de hostie met het dorp mee ten onder zou gaan, vroeg Jan IV van Nassau toestemming aan de Bisschop om de hostie naar Breda over te laten brengen (3).
Ouermits dat Joncker Jan greue tot Nassouwe
Sijn heerlichheit vander Nieuwervaert sach vergaen
En veel pelgroms by tempeest quamen in rouwe
Ende den Sacrament gheen eer en wart gedaen
Gynck hi by den bijsscop hier hem op beraen
Bij bijscops consent dem raet al hier accordeerde
Dat ment sou halen te Breda inder kercken
Dwelck graef Jan alsoe confiermeerde
Ende sandt wt den scutten met veel groter clercken
Die seer costelic passeerde der Marcken
Op 13 maart 1449 werd in Niervaert een laatste plechtige mis ter ere van de hostie opgedragen. Nadat men in processie rond de kerk (Ommegang) was getrokken, werd het Heilig Sacrament per schip via de Nieuwe Vaart en de Mark naar Breda gebracht en op een afzonderlijk altaar in het koor van Sint Anna binnen de Onze-Lieve-Vrouwekerk uitgestald. Ook in Breda zijn talrijke wonderbare gebedsverhoringen aan de hostie toegeschreven.
Spoorloos maar bewonderd
Tijdens de provinciale synoden van Mainz en Keulen, die respectievelijk plaats hadden in 1451 en 1452, werd bepaald dat de wonderbaarlijke hosties zo mogelijk moesten worden genuttigd en in ieder geval aan de openbare verering dienden te worden onttrokken.
In 1463 werd in Breda het Gilde van het Heilig Sacrament van Niervaert opgericht met de bedoeling om de verering van de hostie te bevorderen. Tijdens de Reformatie kwam dit in een sluimerend bestaan terecht. Sinds die tijd is de hostie spoorloos. Een obscuur briefje over een zekere Simon Bekkers met de vermelding dat de hostie zou zijn ingemetseld in een pilaar tegenover de preekstoel is het enige dat historici enig houvast biedt (4).
Een overlevering verhaalt dat de hostie, ten tijde van de beeldenstorm in augustus 1566, door een kanunnik in veiligheid zou zijn gebracht en in het stadshart verborgen werd. Na de beeldenstorm heeft de ommegang nog enkele malen plaats gehad. Wanneer Breda in 1590 in Staatse handen komt is de ommegang definitief verdwenen. Concreet kan dus gesteld worden dat de hostie in de periode tussen 1456, wanneer het laatste wonder geschiedt, en 1590 verdwenen moet zijn.
In 1994 werd de Broederschap van het Sacrament van Niervaert opgericht, dat het initiatief nam tot de formele heroprichting van het Gilde van het Heilig Sacrament van Niervaert in 2003. Zij organiseren onder meer de Niervaertprocessie. Sinds 2006 wordt die processie elk jaar op Sacramentsdag in Klundert gehouden (5).
Zie ook: www.youtube.com
Bronnen:
– Asselbergs/Huysmans: Het Spel vanden Heilighen Sacramente vander Nyeuwervaert, Uitg. Tjeenk Willink, Zwolle, 1955
Bronnen illustraties:
– 1. en 2. www.breda-museum.org
– 3. en 4. Bea Hoeks- de Laat
– 5. Ties Steehouwer