3. Tussen Fort en Vesting

Nederlanders hebben zich altijd moeten verdedigen tegen het water maar water was ook vaak een bondgenoot tegen aanvallers. Muren en wallen, schansen en forten, grachten en inundaties beschermden stad en land en maken nu deel uit van ons cultuurhistorisch erfgoed. …
VorigeVolgende

Nederlanders hebben zich altijd moeten verdedigen tegen het water maar water was ook vaak een bondgenoot tegen aanvallers.

Muren en wallen, schansen en forten, grachten en inundaties beschermden stad en land en maken nu  deel uit van ons cultuurhistorisch erfgoed. Voormalige vestingsteden en verdedigingslinies bepalen het karakter van het landschap. Schootsvelden en inundatiegebieden hebben lange tijd het landschap  open gehouden. Nu echter zijn het waardevolle groene buffers waar goed gerecreëerd kan worden.

De Gemeente Moerdijk heeft binnen haar grenzen twee historische vestingstadjes, Klundert en Willemstad. Rond deze vestingen lagen  diverse forten verspreid als afsluitingen van dijken of voor bescherming van sluizen.

Klundert

In de omgeving van het huidige  Klundert lagen aan het einde van de dertiende eeuw twee dorpjes, Overdraghe en Niervaert. Deze dorpjes zijn bij de Sint-Elisabethsvloed in 1421 volledig weggespoeld. In 1558 stichtte prins Willem van Oranje het dorp Clundert. Toen deze nederzetting, voortaan Klundert geheten, in 1588 tot een volwaardige vesting was uitgebouwd, kreeg zij de status van stad. De vesting had drie poorten: de Water- of Hoofdpoort aan de Moye Keene, de Hilsepoort aan de westzijde en de Landpoort aan de oostzijde. De vesting had zeven bastions en twee half bastions. De twee half bastions waren door “beren”(stenen muren) met de Stoofdijk en de Nieuwe Dijk verbonden.

De officiële opheffing als vesting vond plaats op 29 april 1809. De vestingwerken werden weliswaar ongemoeid gelaten, maar raakten toch langzaam in verval. Aan de noordzijde zijn de hoofdwal, de hoofdgracht en een gedeelte van de enveloppe (contrescarp) in oude staat hersteld. Ook is de Verlaatsheul, de sluis in de noordelijke wal gerestaureerd. Een beer met twee ‘poppen’ is dankzij restauraties weer vrijwel geheel intact. Ook het kroonwerk De Suikerberg met de bijbehorende enveloppe is geheel gerestaureerd.

Willemstad

Willemstad is in  1565 gesticht. De aanvankelijke naam was  ‘dorp van de Ruygenhil’ en het lag in de polder De Ruygenhil, een voormalig schorrengebied langs het Hollandsch Diep.

In 1582, gedurende de Tachtigjarige Oorlog, kreeg prins Willem van Oranje het gebied in handen. Hij besloot gebruik te maken van de strategische ligging en liet het dorp omwallen. Hiermee verwierf hij zich een belangrijk steunpunt langs de scheepvaartroute tussen Holland en Zeeland.

Prins Maurits rondde in 1586 de door zijn vader op gang gebrachte vestingwerken af. De naam werd toen veranderd in Willemstad.

Willemstad heeft de vorm van een zevenpuntige ster met twee bastions aan het Hollandsch Diep en vijf aan de landzijde. De hoofdwal is met de dijk verbonden door twee stenen muren die beren dienen ter kering van het buitenwater. Op de Oostbeer staat een sierlijke hindernis van steen, een ‘monnik’ die moest verhinderen dat de vijand van buitenaf al te gemakkelijk binnen de vesting kon komen.

Pas  1700 krijgen de  de zeven bastions hun huidige namen. . Ze zijn vernoemd naar de zeven provincies van de toenmalige republiek: Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen.

Tijdens  de Eerste Wereldoorlog bleek dat  de rol van  vestingen was uitgespeeld. In september 1922 vertrok het garnizoen dan ook uit Willemstad en in 1926 werd de vestingstatus opgeheven.

Mocht Willemstad als vesting zijn afgedankt, de Duitse bezetters hadden er gedurende de Tweede Wereldoorlog toch belangstelling voor. Op bastion Holland lieten zij twee grote geschutbunkers bouwen. Ook zijn kleine manschappenonderkomens, munitiebunkers en een waarnemingspost aangelegd. Zo was de vesting in de jaren 1942/44 onderdeel van een landinwaarts gelegen steunpunt van de Atlantikwall.

Forten

Willemstad lag centraal in de stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak.  De functie was de bescherming van het scheepvaartverkeer  tussen Holland, Zeeland en Brabant.  Omstreeks het midden van de achttiende eeuw werd Willemstad kernvesting in een sector van het Zuidfront Vesting Holland.

Rond de vesting werden forten gebouwd ter dekking van het grondgebied, bescherming van oevers en verdediging van sluizen en dijkaccessen.

Fort De Hel

Oorspronkelijk gebouwd als fort Anna, naar Anna van Hannover, de echtgenote van stadhouder Willem IV. Ook de naam l’Enfer  wordt in de literatuur genoemd. Het fort ligt op de kruising van de Westdijk – Helsedijk.

Fort Bovensluis

De oorspronkelijke naam was fort Haaren, gelegen op de Oostdijk bij de ingang van camping Bovensluis. Dit fort is genoemd naar Otto Zwier van Haaren, president van de Raad van State.

Fort Carolina

Gelegen ten oosten van de Tonnekreek op de kruising van de Tonsedijk – Buitendijk, genoemd naar Carolina, dochter van Willem IV en Anna van Hannover.

Fort Beaufort

Gelegen bij Zwingelspaan, juist voor de kruising Tonsedijk – Drogedijk. Vermoedelijk genoemd naar Joachim Ferdinand de Beaufort, Raad en Rekenmeester van de Prins.

Fort Hompesch

Gelegen op de Oudemolensedijk te Oudemolen, genoemd naar Vincent Willem Hompesch, gouverneur van Willemstad.

Fort Oranje

Gelegen op de Oude Heijningsedijk. Ter plaatse stond al het zogenaamde ‘Kooijhuis’. Dit was eigendom van de ‘Aanwassen onder Fijnaart’, een maatschap van landeigenaren die de gorzen in cultuur brachten.

Fort Sabina

Aan weerszijden van het Volkerak werden in  de Franse tijd twee forten gebouwd. Zij  kregen de naam ‘Duquesne’ en ‘De Ruijter’ naar de twee admiraals die bij de Etna in 1676 met elkaar een zeeslag uitvochten.

Na het vertrek van de Fransen werd fort Duquesne op Goeree Overflakkee omgedoopt in ‘Fort Prins Frederik’.

In 1913 moest fort De Ruijter zijn naam afstaan aan een nieuw te bouwen fort bij Vlissingen en kreeg het de naam ‘Fort in de Sabina-Henricapolder’, tegenwoordig kortweg ‘Fort Sabina’.

Fort Sabina werd bij Koninklijk Besluit van 24 februari 1924 opgeheven als vestingwerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het gediend als schuilplaats voor de inwoners van de omliggende plaatsen. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw is het fort nog wel gebruikt als munitieopslagplaats.

Overige verdedigingswerken

Behalve de genoemde forten, die in een kring rond Willemstad lagen, bevinden zich op het grondgebied van de Gemeente Moerdijk nog (restanten van) de volgende verdedigingswerken:

Fort Barlake , Batterijen aan het Dintelsas, Fort Hollandia bij Noordschans, Fort Noordam bij Zevenbergen, Batterijen aan de Roode Vaart, Batterijen aan de Moerdijk, Vestingwerken Zevenbergen.

Henk de Jong

Bronnen:

–        Archief Heemkundekring De Willemstad

VorigeVolgende
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram