10. Klundert

Klundert vindt zijn oorsprong in de ‘heerlijkheid Niervaert’, dat al in 1357 stadsrechten heeft maar door de Sint-Elisabethvloed in 1421 wegspoelt. Het gors (landaanwas buiten de dijken) ‘Die Clunder’ dat zich later vormt, wordt ingedijkt; Klundert wordt de hoofdplaats van de nieuwe polder. Willem van Oranje maakt er een een vestingstadje van om Spaanse troepen buiten te houden. De vesting Klundert wordt in 1810 opgeheven…
VorigeVolgende

De Klundert ontleent haar naam aan het gors, dat in 1558 werd ingedijkt. Het heette ‘Die Clunder’.  Deze naam is taalkundig verwant aan woorden als kluin, zwarte turf, en klont, kluit veen. Het gors droeg die naam dus al vóórdat het met zeeklei werd bedekt. De belangrijkste nederzetting in de nieuwe polder, daar waar de grootste kreek afwaterde in de getijdegeul ‘De moeije Keene’, werd genoemd naar die oude naam: Die Klundert.

Niervaert

Als hoofdplaats van de nieuwe polder werd de Klundert de rechtsopvolger van de sinds 1357 met stadsrechten begiftigde heerlijkheid Niervaert. Deze naam betekent letterlijk: (woonplaats gelegen) aan de nieuwe vaart. Dit kanaal was gegraven om scheepvaart mogelijk te houden. Dat was niet alleen nodig voor de afvoer van turf, maar het bevorderde ook de scheepvaart van Holland naar Vlaanderen. Daarom werd bij Niervaert  de zogeheten ‘Geervlietse tol’ geheven, een doorvoerrecht door de graaf van Holland opgelegd aan passerende schepen.
Als heer van Niervaert claimde Willem van Oranje het eigendomsrecht op de gorzen ten noorden en ten zuiden van de middenloop van de Keene. Hij investeerde in de bedijking daarvan. Om zijn aanspraken kracht bij te zetten werd de grootste polder ‘Polder van Nieuwervaert’ genoemd. En het hele poldergebied, voor de prins beheerd door zijn te Klundert wonende zaakwaarnemer, de kastelein, werd aangeduid als ‘het rentambt Niervaert’ (1).

Geschiedenis

Als we de geschiedenis van de Klundert laten beginnen in het jaar 1558 gaan we voorbij aan alles wat er voordien in Niervaert plaats vond. We weten er niet veel van. Maar vast staat dat daar ooit een kanaal gegraven is. Dat de schepen, die door dat kanaal voeren, tol moesten betalen. En dat aan dat kanaal een veenkolonie ontstond met de naam Niervaert met een kerk en een stenen behuizing voor de kastelein.
De plaats werd vermaard door het mirakel dat daar bij het turfsteken geschiedde en Niervaert tot een belangrijke bedevaartplaats maakt (zie venster 4).
Maar waar Niervaert precies gelegen heeft en waar de nieuwe vaart liep weten we niet. Is de Keene, ook wel aangeduid als de Roovaert (rooi-vaart), het nieuwe kanaal? Het enige wat we in handen hebben is schriftelijk bewijs dat het verdwenen Niervaert in 1357 stadsrechten, een eigen rechtspraak en marktrecht had.
Vanwege de aanspraken van Willem van Oranje zijn deze rechten overgegaan op de Klundert, ook al sloot de geschiedenis daarvan niet naadloos aan op het verdrinken van het oude Niervaert in de 15e eeuw.

Wapen van Klundert

De continuïteit werd ook tot uitdrukking gebracht in het wapen van de Klundert: oorspronkelijk een drietal gouden St Andrieskruisen op een zwarte ondergrond. Dit was het oude wapen van Niervaert. De drie kruisen zijn ontleend aan het wapen van de heerlijkheid Strijen, waar Niervaert ooit deel van uitmaakte. Later is aan het wapen een hartschild toegevoegd: een gouden leeuw op een Nassau-blauwe ondergrond bezaaid met gouden turven, het wapen van de graven van Nassau (2).

Grondplan

De Klundert werd als dorp aangelegd volgens het Flakkeese model. Vanaf de dijk langs de Keene werden op de oeverwallen aan weerszijden van de Bottekreek voorstraten aangelegd; de westelijke voorstraat kwam uit op de latere stadhuisring en de oostelijke voorstraat (de Molenstraat), op de kerkring. Achter beide voorstraten liep een achterstraat. Aan de zuidzijde, op de dijk, werden de voorstraten verbonden door de kade die tevens diende als loswal aan de buitendijks gegraven haven (3).

Vesting

In 1581 werd ‘de Klundert’ op aandringen van Willem van Oranje een vestingstadje, voorzien van drie poorten: naast de haven de Waterpoort, later de Zevenbergsepoort, aan de oostzijde de Landpoort, later de Schanspoort, en aan de westzijde de Hilsepoort. Aan de noordzijde werd in de wal een spuisluis gemaakt: het Verlaat. De aldus ontstane vesting werd vervolgens uitgebreid en versterkt, onder andere met een fortificatie op de zuidelijke oever van de Keene: de schans Bloemendaal oftewel ‘de Suykerberg’.
De vesting Klundert maakte deel uit van een vestinggordel aan de zuidgrens van het graafschap Holland. Tussen de vestingen werden forten aangelegd waarvan twee op Klunderts grondgebied: het fort Bloemendaal en het fort Hollandia. Zo probeerde Holland de Spaanse troepen buiten te houden.
In 1621 werd het stadje verrijkt met een mede door prins Maurits gefinancierd stadhuis (4), door de architect Melchior van Harbach ontworpen in renaissance stijl. In 1793 namen de Franse troepen Klundert in maar ze trokken zich enkele maanden later weer terug. In 1795 komen ze weer terug komen om ook hier de vrijheidsboom te plaatsen. Rond 1810 werd de vesting Klundert opgeheven.

Andere woonkernen

Tot de Klundert behoorde het dorp Noordschans met de Schanse haven, een stoomgemaal (5) en een schutsluis waardoor de Klundert na het verzanden van de Keene via de Aalskreek over water bereikbaar bleef. Verder zijn er het gehucht Tonnekreek, waar de Tonsedijk aansluit op de Buitendijk, en een deel van het kerkdorp Noordhoek aan de zuid-westhoek van de Bloemendaalse polder. Het westelijke deel van het kerkdorp Moerdijk viel ook onder de Klundert evenals het gehucht Rode Vaart.

Klundert

Tekst: Kees Hendrikx | Muziek: Kees van Gestel

Als ik wandel door Klundertse straten
Kom ‘k aan heel wat historie voorbij
Meestal heb ik dat niet in de gaten
Alles is zo gewoontjes voor mij
Zie ‘k ’t Stadhuis, Suykerberch,
Stenen poppen
Hoor ‘k de klanken van het carillon
Ben ik trots op mijn eigenste stadje
Op de Klundert, de Schans en de Ton

Refrein:
Klundert, stad zonder torens,
Klundert, stad van mijn hart.
Heerlijke plek om te wonen
In ’t westen van ’t Brabantse land.
Klundert, land van “je, het en weet je”
Parel in de Brabantse klei
Ik hou van jou en niet zo’n beetje
En dat geldt niet alleen maar voor mij
Ik hou van jou en niet zo’n beetje
En dat geldt niet alleen maar voor mij

Als ik blader in Klunderts verleden
Komt er veel gedenkwaardigs voorbij
Zaken die je echt nooit mag vergeten
d’ Overdraghe houdt dat voor ons bij
Zie ‘k de bommen, de strijd tegen het water
Zie ‘k het centrum in vuur en in vlam
Ben ik trots dat mijn eigenste stadje
Heeft geworsteld en steeds boven kwam.

Refrein:

Bronnen:
– G. van Berkel en K. Samplonius, Nederlandse plaatsnamen herkomst en historie, Utrecht 2006

– Paul van Dijk, Landschap en waterbeheer in Noordwest-Brabant, Waterschap Land van Nassau 1990
– C. van Mastrigt en R. C. M. Jacobs (red.), Tussen Hollandsch Diep & Mark-Dintel, Willemstad 1999
– Diverse nummers van het blad De Overdraght, uitgave Heemkundekring ´Die Overdraghe´ Klundert

Bronnen illustraties:
– 1. en 5. Regionaal Archief West-Brabant

– 2. en 3. Heemkundekring ‘Die Overdraghe’
 Klundert
– 4. Bea Hoeks- de Laat

1. Prent van Klundert 1674.
2. Wapen van Klundert.
3. Plattegrond van de vesting.
4. Stadhuis van Klundert.
5. Stoomgemaal te Noordschans uit 1886.
VorigeVolgende
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram